Effect beursdalingen op pensioen?

Link naar afbeelding weergeven Anne Laning

Anne LaningAnne Laning • 1e • 1e&Amp Borg | Meezicht – toezichthouder, internal auditor, PhD onderzoeker en docent (bijdragen op persoonlijke titel)&Amp Borg | Meezicht – toezichthouder, internal auditor, PhD onderzoeker en docent (bijdragen op persoonlijke titel)

Effect beursdalingen op pensioen?

De beurzen kleuren dieprood – hashtag#paniek – wat voor invloed heeft dat op onze pensioenen en verschilt dat tussen het oude en het nieuwe hashtag#pensioenstelsel?

Toegegeven, de manier waarop beide stelsel met financiële risico’s omgaan en hoe dat doorwerkt in de uitkeringen verschilt (nee, het FTK kent geen vaste uitkeringen Harrie Verbon, zie https://lnkd.in/ezDyWr2Y), maar we kunnen wel een redelijke vergelijking maken tussen de bruto blootstelling aan dit financiële risico binnen beide stelsels.

Onder hashtag#FTK wordt gewerkt met één collectief beleggingsbeleid voor alle deelnemers. DNB publiceert per kwartaal de blootstelling aan zakelijke waarden per pensioenfonds.
Onder hashtag#Wtp wordt gewerkt met een beleggingsbeleid per leeftijdsgroep. In een hashtag#transitieplan staat de blootstelling aan overrendement meestal aangegeven.
Nu is blootstelling aan overrendement technisch niet helemaal gelijk aan blootstelling aan zakelijke waarden, maar ze liggen in de praktijk van de transitieplannen redelijk bij elkaar in de buurt. Laten we ze eens vergelijken voor de risico’s van gepensioneerden. Die zijn namelijk direct afhankelijk van de pensioenuitkering.

Wat blijkt in mijn dataset? De blootstelling aan dit risico daalt substantieel onder de Wtp ten opzichte van FTK:
– Gemiddeld is de blootstelling aan zakelijke waarden onder FTK 52% (ongewogen) resp. 59% (gewogen obv aantal gepensioneerden), onder Wtp is de blootstelling aan overrendement voor gepensioneerden gemiddeld 37% (ongewogen) resp. 39% (gewogen). Dat is toch 15%-punt (ongewogen) resp. 21%-punt (gewogen) lager.
– Bij 3 van de 38 fondsen neemt het risico marginaal toe: dit betreft de fondsen met onder het FTK het laagste risico en ook erg weinig gepensioneerden.
– Bij 99% van de gepensioneerden in deze populatie zou dus onder de Wtp er een lager tot fors lager bruto beursrisico zijn dan onder FTK.

Met alle turbulentie op de beurzen de afgelopen dagen, hadden gepensioneerden wat betreft dit bruto risico dus beter al onder de Wtp kunnen vallen.
Of dat ook geldt voor het netto risico is afhankelijk van hoe hoog de hashtag#dekkingsgraad van het pensioenfonds onder FTK nu is, of het pensioenfonds nu onder een hashtag#herstelplan valt, of er een werkgever is met een bijstortverplichting (zeldzaam), hoeveel hashtag#solidariteitsreserve bij hashtag#invaren gevormd wordt in relatie tot de omvang van de uitkeringen en welke bestedingsdoelen die solidariteitsreserve nog meer heeft.
Bij Loodsen, waar het bruto risico marginaal toeneemt, zijn de keuzes zodanig dat het netto risico afneemt, zie https://lnkd.in/e7ABzYqd. Ook bij PME Pensioen neemt de kans op pensioenverlagingen af door invaren, zie https://lnkd.in/ecQ9NGEx.

Het is dat je niet met terugwerkende kracht kunt invaren, maar als ik gepensioneerde was geweest, dan had ik het in de meeste gevallen wel geweten Wim Grommen.

Waarom we ons niet direct zorgen hoeven te maken over ons pensioen bij onrust op de beurs, uitzending van EenVandaag: https://lnkd.in/eQZ6FMwE.

WTP, 3 doelen

  • Achter de Cijfers #201: het nieuwe pensioen heeft 3 doelen, worden die eigenlijk wel bereikt?

Achter de Cijfers #201: het nieuwe pensioen heeft 3 doelen, worden die eigenlijk wel bereikt?

Author

Martin Visser
June 03, 2023

De Eerste Kamer heeft ingestemd met de nieuwe pensioenwet. Na 15 jaar discussiëren gaat dat nieuwe pensioen er nu eindelijk komen. Tot 2028 hebben pensioenfondsen de tijd om het nieuwe pensioencontract in te voeren. In deze nieuwsbrief leg ik de plannen nog een keer langs de meetlat.

Welke drie doelen waren er ook alweer? Het pensioen moest koopkrachtiger zijn, transparanter en beter aansluiten op de arbeidsmarkt. Ik zou nog heel veel kunnen zeggen over de overgangsproblemen en de juridische risico’s, maar in deze nieuwsbrief concentreer ik me op deze drie doelen. Worden die nu bereikt met dit nieuwe pensioen?

Ik hoop dus dat je een beetje geïnteresseerd bent in pensioenen. De volgende keer lees je weer alles over inflatie, economische groei of andere thema’s. Vind je de nieuwsbrief de moeite waard, laat dat dan weten aan familie, vrienden en collega’s. Reacties zijn van harte welkom: onderaan is een reageer-button.

Veel leesplezier!

Pensioen: koopkrachtiger

In mei 2020 deed FNV-voorzitter Tuur Elzinga een gewaagde uitspraak: “Alle werkenden en gepensioneerden van dit moment krijgen een beter verwacht pensioenresultaat.” Oftewel: iedereen gaat erop vooruit met het nieuwe pensioenstelsel. Op dat moment waren kabinet, werkgevers en vakbonden bezig het pensioenakkoord van 2019 uit te werken. Het werk in die stuurgroep duurde na de lange onderhandelingen voor een akkoord ook weer een dik jaar. De uitwerking bleek in de zomer van 2020 op belangrijke punten weer af te wijken van het akkoord uit 2019.

Maar voor Elzinga was het van groot belang de boodschap te laten klinken dat we er allemaal financieel iets mee opschieten. Het nieuwe pensioen moest immers koopkrachtiger zijn dan het huidige stelsel. Dat was een van de belangrijke doelen. En als je er macro naar keek op basis van gemiddelden, dan leek dat ook te lukken, volgens berekeningen van het Centraal Planbureau.

Alleen zijn de veronderstellingen nogal belangrijk. Dat bleek ook uit een paar rekenvoorbeelden van adviesbureau Aon die wij deze week in de krant hadden. Voor vier leeftijdsgroepen gold inderdaad: allemaal gaan ze erop vooruit. In dat voorbeeld werd onder meer verondersteld dat het betreffende pensioenfonds een hoge dekkingsgraad heeft, dat het er financieel goed voor staat. Dan is er bij de overgang naar het nieuwe stelsel ruimte om compensatie te bieden voor mensen die er mogelijk op achteruit dreigen te gaan.

Eén van de grote vragen is hoe omgegaan wordt met de werknemers tussen 45 en 55 jaar. In het huidige systeem hebben zij de eerste deel van hun loopbaan te veel premie betaald (of te weinig pensioen opgebouwd) ten gunste van oudere collega’s, met de bedoeling dat er in de tweede helft van hun loopbaan de jongeren voor hen betalen. Dat systeem, de doorsneesystematiek, wordt afgeschaft om het pensioen persoonlijker te maken. Dan missen deze leeftijdscategorie de bijdrage van jongeren die zij zelf wel hebben gegeven.

Hoe dat wordt gecompenseerd is aan de pensioenfondsen zelf. Het is tijdens de pensioenonderhandelingen niet gelukt om daar algemene afspraken over te maken. En zeker niet om voor compensatie belastinggeld in te zetten. De compensatie zal per fonds moeten worden opgelost in een grote herverdelingsoperatie. Dan moet die financiële ruimte er wel zijn.

Op dit moment zijn de gemiddelde dekkingsgraden veel gunstiger dan een paar jaar geleden. Dus dat lijkt wel goed te zitten. Maar het ingewikkelde is dat die dekkingsgraden weliswaar gestegen zijn dankzij de hogere rente, maar dat het vermogen in euro’s van veel fondsen juist fors gedaald is. Door tegenvallende beleggingsresultaten (met name door de oorlog in Oekraïne) zit er geen €1800 miljard meer in de pensioenpotten maar zo’n €1400 miljard. Bij hogere dekkingsgraden (gunstig) valt er minder geld te verdelen (ongunstig). Ook recente indexaties hebben uiteraard geld gekost en zorgen voor een lager vermogen.

bron: DNB

Hoe de poet wordt verdeeld, is nog een hele puzzel. En pensioenfondsen hebben tot 2028 om over te stappen. De timing van die overstap is ook relevant. Hoe doet de beurs het op dat moment? Hoe hoog staat de rente? Wat is de dekkingsgraad, hoe hoog is het vermogen? Het maakt allemaal heel veel uit. Generieke uitspraken over er al dan niet op vooruitgaan zijn dan ook nogal riskant.

En dan hebben we het nog niet eens over de nieuwe pensioensystematiek zelf. Want hoe ziet je pensioenopbouw eruit na die grote herverdeling? Ja, dan loop je meer risico en zijn er minder pensioenzekerheden. Op de lange termijn zou dat goed moeten uitpakken. Pensioenfondsen kunnen risicovoller beleggen en hoeven niet meer enorme buffers aan te houden voor alle toekomstige pensioenrechten. Dat betekent dat de rekenregels minder streng zijn en goede jaren op de beurs direct leiden tot hogere pensioenuitkeringen. Maar ook andersom: slechte beleggingsresultaten vertalen zich meteen in lagere pensioenen. Die beweging wordt afgevlakt doordat beursresultaten worden uitgesmeed over een aantal jaar. Maar toch, het pensioen wordt beweeglijker.

Uit de rekenvoorbeelden blijkt dan ook dat de uitkomst bij slecht weer heel wat slechter kan zijn dan bij goed weer. Meer dan nu. Die verschillen zijn voor jongeren groter dan voor ouderen, omdat met pensioengeld van ouderen minder risicovol wordt belegd. Zij zijn daardoor minder vatbaar voor beroerde beursjaren. Maar het doet er dus wel toe op welk moment je met pensioen gaat. Zitten we dan net in een crisis of is er juist een hausse op de beurzen?

Belofte 1 is een koopkrachtiger pensioen. Gemiddeld en over een lange reeks van jaren mag dat kloppen. Maar onder die mooie macroplaatjes zijn tal van voorbeelden en situaties denkbaar waarin dat niet het geval zal zijn.

Pensioen: transparanter

Gelukkiger wordt het nieuwe pensioen wel een stuk begrijpelijker. Toch? We stappen toch over van een ingewikkeld systeem naar een stelsel dat eindelijk goed uit te leggen is. Dat zou tenminste de bedoeling moeten zijn. En zo was het in de oorsprong ook. Maar inmiddels zijn polder en politiek er overheen gegaan en er resteert een pensioenstelsel dat nog best ingewikkeld is.

Wat echt simpeler wordt, is de relatie tussen de stand van de economie/beurs en het pensioen. Nu is het nog zo dat pensioenfondsen lang niet altijd kunnen indexeren als de beurzen het goed doen. We zagen dat in de afgelopen jaren. De pensioenvermogen werden groter en groter, we hadden meer pensioengeld dan ooit, en toch dreigden er kortingen en mochten pensioenfondsen niet indexeren. Boosdoener: de dalende rente.

Dat komt doordat het huidige stelsel werkt met een pensioenaanspraak. Je krijgt een recht op een bepaald pensioen in de toekomst. En pensioenfondsen moeten veel geld aanhouden om al die rechten in de komende decennia te kunnen inlossen. Voortdurend wordt dus bijgehouden of de vermogens wel hoog genoeg zijn voor al die toekomstige pensioenclaims. Dat berekenen gebeurt met de rente. Daarmee maak je de toekomstige pensioenuitkeringen contant (weet je nog, de netto contante waarde op de middelbare school?). Hoe hoger de rente hoe minder geld je in kas hoeft te hebben, hoe lager de rente hoe meer geld.

En zo werd ons pensioen de laatste jaren een speelbal van de rente. In 2010 was er al eens eerder een pensioenakkoord gesloten – dat liep toen stuk op de FNV. Dat moest vooral beter aansluiten op de arbeidsmarkt. Maar in de jaren daarna kwamen we in een periode van voortdurend dalende rentes terecht. En dat maakte gaandeweg voor iedereen duidelijk dat dit systeem onhoudbaar was.

Het ideaalplaatje van D66 was om te kiezen voor een persoonlijk pensioenpotje. Jouw inleg is en blijft van jou. Daarmee wordt belegd en aan tegen je pensionering weet je hoeveel pensioen daarmee is opgebouwd. Geen gedoe meer met die rente, geen onduidelijkheid meer rond solidariteit met andere generaties. Jouw geld is van jou. De enige solidariteit die er nog zou zijn is met mensen die lang leven. Dit langlevenrisico (het kost immers meer pensioen als je ouder wordt) zou met elkaar worden gedeeld. Maar verder zou je potje helemaal persoonlijk zijn.

Maar na talloze compromissen is van dit persoonlijke pensioenpotje niet zo heel veel meer over. Het is persoonlijkER, dat wel. Maar nog altijd zullen werkgevers en vakbonden in de pensioenfondsbesturen bezig zijn met ‘eerlijke’ verdeling over generaties, met uitsmeren van verliezen over de tijd waardoor jongeren solidair moeten zijn met ouderen. Pensioenfondsen gaan solidariteitsreserves opbouwen waardoor er toch weer een collectieve pot ontstaat naast de individuele potjes.

Belofte 2 is een transparanter pensioen. In de basis is dat zeker het geval. Gaat het goed met de economie dan zullen pensioen vermoedelijk stijgen – en vice versa. Maar er zijn zoveel mitsen en maren ingebouwd, er is nog steeds veel ingewikkelde techniek, waardoor het al met al een ingewikkeld systeem zal blijven. In een artikel van collega Willemijn van Benthem noemen twee pensioenexperts dit dan ook ‘een mooie tussenwet’. De Wet toekomst pensioenen is een komma, geen punt.

Pensioen: aansluiting op arbeidsmarkt

Ons huidige pensioen is gebaseerd op een vaste baan voor het leven. Je werkt je hele leven pensioen op bij één baas. Via de doorsneesystematiek betaal je de eerste jaren mee aan de pensioenopbouw van oudere collega’s, daarna betalen jongeren voor jou. Pensioengaten doen zich niet voor, want je jobhoppen bestaat niet. Zzp’en doet niemand. In deze oude wereld werkt dit starre pensioen.

Maar in de huidige wereld niet. Vandaar dat dat persoonlijke pensioenpotje goed zou werken. Afgezien van de vraag of zo’n systeem solidair genoeg is, het is wel wendbaar. Jouw pensioen is jouw pensioen en dat kun je overal mee naartoe nemen. Ga je een aantal jaren zzp’en dan bouw je ook in dit persoonlijke pensioenpotje op. Je betaalt niet mee aan een collectieve pot en dus loop je ook geen pensioen mis als je van baan wisselt.

Maar daar is de compromissenmachine weer. Van dit ideaalplaatje is niet zoveel overgebleven. Er zijn drie dingen niet goed geregeld waardoor de aansluiting op de arbeidsmarkt niet zo goed is als die zou moeten zijn. Om te beginnen is de zzp-kwestie niet opgelost. Het is dus niet zo dat als je vanuit een vast dienstverband gaat zzp’en, dat je dan verder gaat met dezelfde pensioenopbouw. Er is wel geprobeerd om te experimenteren met zzp-pensioen maar dat nog tot helemaal niks geleid.

Probleem twee is de mate van solidariteit. Fondsen gaan solidariteitsreserves opbouwen van maximaal 15% van het vermogen. Dat betekent dat een aanzienlijk deel van je pensioeninleg op de grote hoop terechtkomt. Blijft je bij je pensioenfonds dan heb je ook recht op die pot als de beurs een keer tegenzit. Verliezen worden uit die pot gecompenseerd. Maar wissel je van baan dan krijg je niet een stukje uit die pot mee. Je bijdrage eraan ben je dan kwijt. Of je bij een nieuw fonds weer kunt meedelen in zo’n riante pot hangt van dat fonds af. Dit klinkt als de pensioenbreuk zoals we die nu ook kennen.

Probleem drie speelt specifiek bij moderne pensioenregelingen die door verzekeraars worden uitgevoerd. Het Verbond van Verzekeraars noemde dit ‘de sluipmoordenaar’ van onze pensioen, een gat van 15% dreigt. Veel bedrijven hebben namelijk al een nieuw pensioensysteem, een premieregeling waarbij je geen pensioenrecht meer hebt, maar een onzeker pensioen opbouwt die afhangt van de bewegingen op de beurs. Ze zijn dus al overgestapt naar het model dat de politiek nu voor alle pensioen fondsen ook wil. Alleen: de doorsneesystematiek is nog niet afgeschaft.

Bedrijven en verzekeraars hebben twee mogelijkheden: die systematiek af te schaffen en de gaten te compenseren via extra loon of bestaande gevallen in de oude systematiek te laten zitten alleen voor nieuwe werknemers die doorsneesystematiek af te schaffen. Pogingen tijdens het onderhandelen over het pensioenakkoord om afspraken te maken over compensatie zijn op niks uitgelopen. En werkgevers en vakbonden hebben dat geaccepteerd. Toch raakt dit 1,3 miljoen mensen die in zo’n verzekerde regeling zitten.

Als een werkgever ervoor kiest het systeem langzaam uit te faseren dan hoeven bestaande gevallen niet gecompenseerd te worden. Maar voor baanwisselaars is dat heel slecht nieuws. Als jij een nieuwe baan krijgt, word je van een oud geval ineens een nieuw geval. Al je bijdrages in de doorsneesystematiek ben je dan ineens kwijt. Geen compensatie, niks.

„In de overgangsfase is er juist een extra belemmering voor de arbeidsmarkt”, zei Verbond van Verzekeraars-direct Harald Herbert hierover. „Compensatie voor de afschaffing van die leeftijdsafhankelijke premie is gekoppeld aan het arbeidscontract. Wissel je van baan, dan houdt ook de compensatie op.”

Belofte 3 is betere aansluiting op de arbeidsmarkt. Daar zit wel enige vooruitgang. Maar echt lekker geregeld is het allemaal niet. Die problematiek bij verzekeraars is tijdelijk, al kan zo’n uitfasering vele jaren duren. De problemen rond de solidariteitsreserve zijn inherent aan de nieuwe pensioenwet. En met zzp’ers is er geen duidelijke keuze gemaakt. De aansluiting op de arbeidsmarkt is nog verre van ideaal. Dat het allemaal niet zo transparant en duidelijk is, zal daarbij niet helpen.

Opnieuw: een tussenwet?? Je kunt je dat bijna niet voorstellen dat dit een tijdelijke tussenstap. Daarvoor was de weg hier naartoe te lang en te ingewikkeld en daarvoor is de overstap tot 2028 te groots en ingrijpend. Maar over de hele lange termijn bezien kan dit nieuwe pensioen onmogelijk het eindmodel zijn.

Pensioen in Nederland: Van Zekerheid naar Onzekerheid?

Henri Katzwinkel (ROV®)(RSZ®)Henri Katzwinkel (ROV®)(RSZ®) • 1e • 1eVerzekeringsadviseur Bedrijven / Inkomensadviseur / Riskmanager Sociale Zekerheid / Casemanager Rov / In Between JobsVerzekeringsadviseur Bedrijven / Inkomensadviseur / Riskmanager Sociale Zekerheid / Casemanager Rov / In Between Jobs2 w • Bewerkt • 2 weken geleden

Pensioen in Nederland: Van Zekerheid naar Onzekerheid?

De grootste financiële operatie in de Nederlandse geschiedenis is in volle gang: de transitie naar het nieuwe pensioenstelsel. Wat betekent dit voor jou? Een fundamentele verandering: van een uitkeringsovereenkomst naar een kapitaalovereenkomst.

🔍 Wat is het verschil?
✅ Uitkeringsovereenkomst (huidig systeem)
Je bouwt pensioen op en krijgt een vaste uitkering.
Het pensioenfonds draagt de risico’s (zoals tegenvallende beleggingsrendementen en stijgende levensverwachting).
Pensioenen worden in principe alleen verlaagd als een fonds langdurig in financiële problemen zit.

⚠️ Kapitaalovereenkomst (nieuw systeem)
Je bouwt geen recht op een vaste uitkering op, maar alleen een pensioenpot.
Het pensioen dat je uiteindelijk krijgt, hangt af van de beleggingsresultaten.
Geen garanties: als de beurs daalt, daalt jouw pensioen direct mee.
Ook gepensioneerden krijgen een variabele uitkering, waardoor hun maandelijkse inkomsten kunnen fluctueren.

💰 Waarom is dit zorgelijk?
Geen zekerheid: Pensioen wordt een soort beleggingsrekening. Slechte beursjaren? Minder pensioen.
Beleggen met geleend geld: Sommige fondsen willen extra risico nemen, wat kan leiden tot grote verliezen.
Geen inspraak: Deelnemers hebben geen keuze of hun bestaande pensioen wordt omgezet in het nieuwe systeem.
Inflatierisico: Pensioenfondsen zijn niet verplicht om koopkrachtbehoud centraal te stellen.

🛑 Wat wil @Nieuw Sociaal Contract veranderen?
✔️ Keuzevrijheid: Mensen moeten kunnen kiezen tussen een vaste of variabele uitkering.
✔️ Verbod op beleggen met geleend geld – pensioen is geen speculatie.
✔️ Collectief instemmingsrecht – deelnemers moeten invloed hebben op de omzetting van hun pensioen.
✔️ Eerlijke communicatie – geen valse beloftes over rendementen.
✔️ Bescherming van koopkracht – pensioen moet waarde behouden.

📢 Waarom is dit belangrijk?
Pensioen is geen gunst, maar uitgesteld loon. Het is onacceptabel dat deelnemers geen invloed hebben op hoe hun pensioengeld wordt beheerd. NSC staat voor een eerlijk, transparant en toekomstbestendig pensioenstelsel, waarin zekerheid en keuzevrijheid centraal staan.
👉 Wil jij grip op jouw pensioen? Laat je stem horen en deel dit bericht!
hashtag#Pensioen hashtag#Bestaanszekerheid hashtag#NSC hashtag#Toekomstbestendig hashtag#TransparantieActiveer om grotere afbeelding te bekijken,

Voorvertoning van afbeelding

Foetsie pensioen

donderdag 2 januari 2025 | Artikelen nieuwsbrief Koopkrachtig Solidair Pensioen

Groen Links heeft, met de PvdA in haar kielzog, zich in de pensioendiscussie vooral ingezet voor de zogenoemde witte en grijze vlekken. Dat gaat over mensen die wel (in loondienst) werken, maar geen pensioen opbouwen. Voor een deel gaat dat over werkgevers zonder pensioenregeling. Maar er zijn ook werknemers die werken bij een werkgever met een pensioenregeling, maar die geen pensioen opbouwen. Het gaat dan bijvoorbeeld om heel jonge deelnemers. Of om tijdelijke krachten. Groen Links heeft voor elkaar gekregen dat werknemers al vanaf achttien jaar pensioen gaan opbouwen en ook bij tijdelijke contracten vanaf de eerste dag. Groen Links heeft daarmee een steviger basis voor pensioenopbouw gerealiseerd.

Maar ja, dan hebben we binnen de Wet toekomst pensioenen  de zogenoemde opheffing van de leenrestrictie. Dat betekent, dat jongeren een premie van € 100 inleggen, er € 50 bij kunnen lenen van de oudere generaties en voor € 150 in aandelen gaan beleggen. Het is overigens geen echte lening, maar een fictieve. De resultaten worden verdeeld alsof er zo’n lening is.

In goede tijden werkt dat fantastisch. Stel we hebben een goed jaar en aandelen hebben een rendement van 10%. Je hebt € 100 geïnvesteerd in je pensioen, maar je hebt voor € 150 in aandelen. 10% betekent een winst van 15. Totaal heb je dan dus € 165 (€ 150 + € 15) in aandelen. Daar staat nog wel een lening van € 50 tegenover, maar dan blijft er nog altijd € 115 voor jouw pensioenpotje over. Je begon het jaar met € 100, je hebt dus 15% rendement gemaakt. Dat is anderhalf maal zo veel als de aandelen op de beurs hebben gerendeerd.  

Nu is dit een uitzonderlijk goed jaar. Er zijn ook mindere jaren. Maar volgens de commissie parameters renderen aandelen gemiddeld toch zo’n 5,6%. Met diezelfde truc van € 50 bij lenen op een eigen investering van € 100 kun je daar een rendement van (anderhalf maal 5,6% =) 8,4% van maken. Kassa!

Dat gaat natuurlijk goed tot het fout gaat. En dan hoeven we niet eens te vrezen voor een verlies van 10% dat met deze truc omslaat in een verlies van 15%. Dan ga je van € 100 naar € 85, maar tussen je dertigste en je zevenenzestigste kan dat met een beetje leuk rendement rustig weer herstellen.

Het kan evenwel nog veel erger mis gaan. In 2008 ging de AEX, de beurs thermometer, met 52% onderuit. Met deze truc verlies je in zo’n geval dus 78% en houd je van de € 100 nog € 22 over. Dan moet je lang sparen met een goed rendement om dat weer goed te maken. Maar het kan nog erger. In de dotcom crisis begin deze eeuw zakte de AEX maar liefst 69%. Met deze truc wordt dat dus een verlies van 103,5%. Oftewel je begint met € 100 aan spaargeld voor je pensioen en je eindigt met een schuld van € 3,50. Nu heeft de Tweede Kamer nog wel geregeld, dat die schuld wordt kwijt gescholden, maar je pensioenpotje is wel weg. En hoeveel rendement je daarna ook maakt, op een lege pensioenpot heeft dat geen effect meer.

Ten tijde van de wetsbehandeling werd dit risico al benoemd, maar het werd weggewoven vanuit de gedachte, dat pensioenfondsen het niet zo ver zouden laten komen. Maar dat was buiten de waard gerekend. De transitieplannen worden langzaam maar zeker bekend en ik hoorde al van het eerste fonds, dat dit voor deelnemers tot 35 jaar een aanvaardbaar risico vindt.

Je kunt nu dus al vanaf je achttiende gaan sparen voor je pensioen. Zeventien jaar leg je het salaris dat je op vrijdag verdient in je pensioenpot in en op je vijfendertigste zit de beurs tegen en is alles weg. Dat wordt anno 2025 een aanvaardbaar risico gevonden.

Alle strijd tegen witte en grijze vlekken verbleekt als we dit risico accepteren. En we accepteren het, gezien het feit, dat de Wet toekomst pensioenen is zoals hij is en deze interpretatie gemeengoed aan het worden is.

Bij Koopkrachtig Solidair Pensioen nemen we het risico weg bij de deelnemer. Dat doen we door risicodeling tot het uiterste door te voeren. Je realiseert daardoor geen megarendementen, maar je loopt ook niet het risico om in één keer je hele pensioenpot kwijt te zijn.

Nieuwsbrief 2025-01 5 januari 2025

Anne Laning, 20 % dalen?

Anne LaningAnne Laning • 1e • 1e&Amp Borg | Meezicht – toezichthouder, internal auditor, PhD onderzoeker en docent (bijdragen op persoonlijke titel)&Amp Borg | Meezicht – toezichthouder, internal auditor, PhD onderzoeker en docent (bijdragen op persoonlijke titel)4 u • 4 uur geleden

Uw nieuwe pensioen kan 20% dalen, klopt dat wel?

Recent kreeg ik een bericht toegestuurd waarin over het nieuwe hashtag#pensioenstelsel hashtag#Wtp staat: “En nu kan kun je met de nieuwe wisselende uitkeringen met een beetje pech en tegenvallen van de beurzen in een jaar tot 20 % gekort worden”. Klopt dit wel?

Volgens de eerste 50 transitieplannen worden gepensioneerden gemiddeld voor circa 90% beschermd tegen de effecten van renteverandering en voor circa 40% blootgesteld aan overrendement, waarbij die overrendementen uitgesmeerd worden over veelal 3 jaar of 5 jaar. Daarnaast wordt gemiddeld een solidariteitsreserve aangehouden die bij invaren gemiddeld zo’n 5% van de huidige verplichtingen bedraagt.

Stel nu dat er geen solidariteitsreserve is. Bij welke schokken kom je dan tot een -20% effect op de uitkering?

Overrendement: stel de spreidingstermijn is 3 jaar. Dan moet de bruto schok dus -60% zijn. Terwijl er gemiddeld maar 40% blootstelling aan overrendement is. Dat kan dus niet.

Rente: de duration van de verplichtingen voor gepensioneerden ligt ergens tussen de 5 en 10 jaar, stel 8 jaar. De bescherming is gemiddeld 90%. Om een daling van de uitkeringen met 20% te krijgen, moet de rente met 25%-punt dalen. Dat kan dus niet.

En gecombineerd? 60% daling aandelen is (zonder solidariteitsreserve) nog maar 8% daling uitkering, en moet de rente op zelfde moment met 15%-punt dalen. Bij 100% daling aandelen (alles wordt waardeloos) is nog een daling van de rente met 8%-punt nodig om (zonder solidariteitsreserve) de uitkeringen met 20% te laten dalen.

Zonder een solidariteitsreserve lukt het dus niet echt om de uitkeringen met 20% te laten dalen. Met een (gevulde) solidariteitsreserve dus helemaal niet. Met bij invaren collectief circa €75 miljard aan solidariteitsreserve (https://lnkd.in/ewH6f3wA) is er immers veel risicodekking mogelijk voor de circa €44 miljard aan uitkeringen.
Wanneer zou het wel lukken? Als er meerdere jaren achter elkaar, zonder tussentijds herstel, sterk negatieve rendementen en renteverlagingen zijn. Dan zouden onder hashtag#FTK de uitkeringen overigens ook stevig gekort moeten worden. Misschien nog wel eerder.

Conclusie: dit bericht is onterechte hashtag#bangmakerij. In ieder geval hashtag#misinformatie, mogelijk hashtag#desinformatie Bond voor Pensioenbelangen.